Wat is Delfts aardewerk?

‘Delfts blauw’: de Hollandse souvenirwinkels staan er vol mee. Net als tulpen, klompen en molens is het aardewerk met blauw-witte versiering symbool geworden voor Nederland. Maar wat in deze winkels ligt is maar zelden ‘echt’ antiek Delfts aardewerk. Om die naam te mogen dragen, moet aardewerk aan een paar specifieke eisen voldoen.

Antiek Delfts aardewerk voldoet aan 5 kenmerken:

  • Het is gemaakt tussen 1620 en 1850
  • Het is gemaakt in Delft
  • Het is voorzien van tinglazuur
  • Het draagt soms een merk
  • Het is vaak blauw-met-wit beschilderd

Delfts aardewerk is gemaakt tussen 1620 en 1850

Rond 1600 arriveren de eerste schepen met Chinees porselein in Nederland. Het nieuwe luxe aardewerk is gewild en de Delftse makers proberen dan ook al snel een goede imitatie te ontwikkelen.

(Toegeschreven aan) Willem Jansz. Verstraeten, schotel met Chinese voorstellingen, ca. 1650-1660, collectie Rijksmuseum. Hoewel de schilder zich liet inspireren door Chinees porselein, voegde hij gefantaseerde delen toe, zoals de grote boot in het landschap.

Chinees porselein wordt gemaakt van een witte, hele fijne klei: kaolien (Kaolien of Chinese klei). De onmisbare grondsoort voor het vervaardigen van porselein. . Maar die is er niet in Nederland. Om toch ‘Hollants porceleyn’ te maken gebruiken de Delftse pottenbakkers lokale klei en tinglazuur: een witte, dekkende glazuur met tinoxide.

De Delftse makers proberen een goede imitatie van porselein te ontwikkelen

De techniek van het tinglazuur is uit het Midden-Oosten via Italië en Antwerpen naar de Republiek gekomen. In Delft blijft het tot ongeveer 1850 gebruikt. Daarom spreken we van antiek Delfts aardewerk als een voorwerp tussen 1620 en 1850 is gemaakt. Na 1850 wordt Delfts aardewerk met een andere techniek geproduceerd en heet het modern Delfts aardewerk.

Delfts aardewerk is gemaakt in Delft

Aardewerk met tinglazuur wordt in de Delftse hoogtijdagen ook elders in Nederland en Europa gemaakt. Delfts aardewerk wordt alleen zo genoemd als het ook echt in Delft is geproduceerd. Let op, want eind 19de eeuw zetten ook fabrikanten die niet uit Delft komen het woord ‘Delft’ soms op de onderkant van hun producten.

Merk van Cornelis Brouwer, eigenaar van plateelbakkerij De Witte Ster (1724-1738), collectie Kunstmuseum, Den Haag.
Merk van Royal Sphinx, Maastricht, tussen 1824 en 1870 geleid door Petrus Regout. Het woord 'Delfts' verwijst hier naar het decor, niet naar de vervaardigingsplaats. Collectie Centre Ceramique, Maastricht. • Bron

Delfts aardewerk is te herkennen aan het witte glazuur

Delfts aardewerk is gemaakt van een gele of rode klei. Nadat het voor de eerste keer gebakken is, gaat het in een bad met het witte ondoorzichtige tinglazuur waardoor het helemaal bedekt is. Het aardewerk wordt gebakken op een temperatuur van rond de 1000 graden Celsius.

Op deze temperatuur wordt het glazuur in een glasachtig materiaal, maar de klei en glazuur smelten niet tot één geheel samen. Daardoor is het glazuur kwetsbaar. Vaak ontstaan aan de randen van objecten kleine beschadigingen (chips) waarin de gelige of roodachtige kleur van de klei goed te zien kan zijn. Het is een goede manier om antiek Delfts aardewerk te herkennen.

Net als kleine afdrukken van pennen aan de onder- of achterkant. In de oven is het aardewerk gestapeld in kokers die de stukken tijdens het bakken beschermen tegen vuur en rook. In de kokers wordt het aardewerk gescheiden door driehoekige pennen Steuntjes van keramiek die bij het bakproces tussen de majolica voorwerpen werden geplaatst om te voorkomen dat de geglazuurde stukken aan elkaar bakken. . Deze laten kleine afdrukken achter in het glazuur, aan de onder- of achterkant van het aardewerk. Deze penafdrukken zijn dus een opvallend kenmerk van antiek aardewerk.

Aan de chips uit de randen van deze schoentjes is de gelige scherf van het aardewerk goed zichtbaar. Miniatuurschoentjes, Delft, collectie Museum Arnhem.
Maar, zoals aan de rand van deze beker te zien is, kan het aardewerk ook meer rood van kleur zijn. Collectie Kunstmuseum Den Haag.

Delfts aardewerk kan een merkteken hebben – maar dat hoeft niet

Delfts aardewerk kán aan de onder- of achterkant één of meerdere merktekens hebben. Deze merken worden vanaf de late 17de eeuw soms toegepast. De merken werden in de 17de eeuw ingevoerd als kwaliteitsgarantie: met name in het buitenland garandeert het merk herkenbaarheid en kwaliteit.

Omdat fabrieken vaak meerdere eigenaren hebben gehad, vormen merken die bestaan uit de initialen van de eigenaar vandaag vooral een aanwijzing over de periode waarin het voorwerp is gemaakt. Lang niet alle fabrieksmerken zijn officieel vastgelegd, en twee derde van het antieke Delfts aardewerk heeft helemaal geen merk. Dat een merk ontbreekt zegt dus niet automatisch dat een stuk geen Delfts aardewerk is.

In dit overzicht staan alle bekende Delftse en niet-Delftse merken.

Merken werden ingevoerd als kwaliteitscontrole

Delfts aardewerk kan meerdere kleuren hebben

De eerste producten van Delfts aardewerk zijn geïnspireerd op geïmporteerd Chinees porselein, dat alleen met blauwe voorstellingen is versierd. Daarom blijft de kleurstelling blauw-met-wit eeuwenlang populair in Delft.

Maar er worden ook goedkopere gebruiksvoorwerpen gemaakt met alleen een tinglazuurlaag; die zijn dus helemaal wit. Voor hoogste segmenten van de markt werd daarentegen ook Delfts aardewerk dat juist met meerdere kleuren beschilderd was of waarvan de tinglazuurlaag al een andere kleur dan wit had.

Van deze theebus is de dekkende tinglazuurlaag helemaal zwart in plaats van wit. Daaroverheen zijn schilderingen in verschillende kleuren aangebracht. Zwart Delfts is het zeldzaamste aardewerk dat er in Delft gemaakt werd en is nog altijd heel geliefd. Collectie Kunstmuseum Den Haag.

Onderzoek je eigen Delfts

Benieuwd naar een voorwerp uit je eigen kast or verzameling? Bekijk de video's en deel je voorwerp met de community

Delfts aardewerk herkennen