Kunstmuseum Den Haag

Vase with lid

Delft (The Netherlands), 1951

De uitzonderlijk grote vaas met deksel is uitgevoerd op een hoge voet. De deksel wordt bekroond door een knop in de vorm van een met blad omgeven pijnappel. De verdikte bovenrand van de vaas bestaat uit een decoratie in relief van bladwerk en vier saterkoppen. Vanwege de in deze vorm uitgewerkte mascarons wordt dit object ook wel aangeduid met de naam satervaas. Een dergelijk model vaas wordt blijkens de catalogus van 1998 nog steeds door De Porceleyne Fles op de markt gebracht. Het schilderwerk van het vaasgedeelte is uitgevoerd door schilder Frölich jr. (1932-1977) en van de deksel door L. von Stein die in 1938 bij het bedrijf in dienst kwam. De ontwerper van het waterlandschap is onbekend. Het model van onze satervaas maakte in het begin van de twintigste eeuw reeds deel uit van het productieassortiment van de "Delftschaardewerkfabriek De Porceleyne Fles". Daarvan getuigt onder meer een pagina uit een modellenboek van circa 1918 waarop pontificaal de satervaas prijkt met eenzelfde model en vergelijkbare decoratie.

De satervaas is een voorbeeld van een mengelmoes van tal van invloeden die op de eerste plaats zijn terug te voeren naar de Delftse producten van weleer. Vanaf 1876, het jaar van de wederopbouw van De Porceleyne Fles, tonen de eerste resultaten aan dat men streefde naar een algeheel herstel van het nationale product Delfts aardewerk. Vanzelfsprekend werd aanvankelijk als voornaamste inspiratie bron het klassieke Delfts als voorbeeld genomen. Dit type vaas werd vanaf de jaren tachtig van de zeventiende eeuw vervaardigd. Behalve schriftelijke bronnen getuigen daarvan de (resten van) bewaard gebleven exemplaren. Opgegraven Delftse scherven blijken te behoren tot urnvormige en achtkantige potten op een voet. Zij zijn afkomstig uit de tuinen van Paleis Het Loo en tonen onder meer fragmenten van het wapen dat sinds 1689 werd gevoerd door koning-stadhouder Willem III en Mary II. Omstreeks 1700 leverde De Grieksche A polychrome tuinvazen met zowel handvatten als mascarons en in het derde kwart van de achttiende eeuw werd een dergelijk soort pot met deksel vervaardigd in plateelbakkerij De Witte Ster.

Behalve het model grijpen ook de decoratievormen terug op de traditionele motieven waarmee men eeuwen lang de Delftse faience voorwerpen opsierde. Zo werd eenzelfde gestileerd tulpmotief als op de voet door De Grieksche A in de jaren zeventig-tachtig van de zeventiende eeuw toegepast. Toentertijd lieten op hun beurt de Delftse schilders zich inspireren door stijlmotieven uit het Verre Oosten, in dit geval door het tulpmotief op het Overgangsporselein. Voor mascarons en het bladmotief zoals op de buitenrand van de voet, vond men zijn voorbeelden op vroeg achttiende-eeuws Delfts, bijvoorbeeld op een pelgrimsfles uit De Metaale Pot. Hierbij gaat het om Westerse stijlmotieven. waarvoor de 'porceleijn'-producent van toen te rade ging bij ornamenten in Lodewijk XIV-stijl. Een puur Hollands karakter daarentegen heeft het waterlandschap dat als een doorlopende decoratie op de satervaas is weergegeven. Talloze voorbeelden stonden de plateelschilders ter beschikking, van zeventiende-eeuwse in blauw uitgevoerde afbeeldingen op plaques en schotels tot en met in onder meer goud weergegeven scenes op bijvoorbeeld een vierkante schaal uit plateelbakkerij de Drie Posteleyne Astonne.

Plateelbakkerij
Plateelbakkerij De Porceleyne Fles
Productieplaats
Delft (The Netherlands)
Datering
1951
Materiaal/techniek
monochrome faience; blue
Materiaal
tinglazuuraardewerk (faience) beschilderd in kobaltblauw
Afmetingen
total : height 67 cm width 36 cm depth 33.3 cm
inventarisnummer
1009971
Creditline
Kunstmuseum Den Haag - langdurig bruikleen van Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed