Op het plat van de schotel is centraal een door een lauwerkrans omgeven gekroond medaillon afgebeeld met daarin een eenkoppige heraldische adelaar met kroon, scepter, wereldbol en het gekroonde monogram F(redericus) R(ex). Het medaillon wordt gevormd door de keten van de orde van de zwarte adelaar die alternerend bestaat uit naar elkaar toegewende adelaars en cirkels met daarin afwisselende letters F en R. De randversiering van symmetrisch uitgevoerde wolkmotieven is opgebouwd uit het adelaarsmotief, alternerend in zwart (Pruisen) en rood (Brandenburg) met daartussen het gekroonde FR monogram. Op de achterzijde zijn zes bloemtakjes weergegeven.
Het afgebeelde wapen met de monogrammen behoort aan de keurvorst van Brandenburg, Frederik III (1657-1713) die van 1701 tot aan zijn dood in 1713 koning Frederik I van Pruisen was. Deze schotel en de in andere collecties voorkomende schotels, borden, appliques en zelfs een wandfontein zijn met hetzelfde decor beschilderd. Ondanks het feit dat Berlijn een eigen faiencefabriek had en er nota bene een importverbod van Delfts aardewerk was ingesteld, bestelde koning Frederik I toch dit servies in Delft. Wellicht plaatste hij de opdracht bij De Grieksche A vanwege hun vermaarde in rood en goud uitgevoerde decoraties.
Koning Frederik I van Pruisen liet voor het opstellen van de porseleinverzameling een vleugel bouwen aan Schloss Charlottenburg voor zijn gemalin Sophie Charlotte (1668-1705). De omvangrijke collectie bestond uit 400 stuks Oosters porselein en niet minder
dan 80 voorwerpen Delftse faience.
Blijkens een akte uit 1706 in het notarieel archief van Batavia werd door Frederik I in China ook een porseleinen kaststel besteld. De decoratie diende te bestaan uit het wapen en gekroonde monogram van Frederik I, zoals het op een toegevoegde schets was aangegeven. Opmerkelijk is de verwantschap tussen deze schets en de motieven die zijn aangebracht op de hier besproken faience set uit Delft.