Een van een stel afgeplatte, bolvormige veldflessen met concave hals, cilindrische monding, licht gewelfde voet en twee liggende en twee staande getorste oren. Blauw met blauwe trek op wit fond. Decor: aan beide zijden voorstellingen van Daphne en Apollo, op hals twee gevleugelde putti met bloemtakken en guirlandes, op zijkanten een mascaron in reliëf. Langs de voet symmetrische blad- en rankmotieven. Zie ook AB 8306.
De vorm van de fles gaat terug op die van de veldfles, ook wel pelgrimsfles genoemd. De touwvormige lussen op de schouders en onderaan de buik herinneren daar nog aan. Dit type fles komt meestal in paren voor (zie inv.nr. AB 8306) en behoort tot de pronkstukken onder het tafelgoed. Voor het model hebben Delfts pottenbakkers exemplaren uit het Franse Never of uit Italië als voorbeeld gebruikt. Deze fles is beschilderd met scènes uit de Griekse mythologie en laat aan een zijde de god Apollo zien die jaagt op zijn grote liefde, de nimf Daphne, die niets van hem wil weten en verandert in een laurierboom.
