De armen van deze wandappliques komen enigszins overeen met het handvat op één van de opgegraven fragmenten uit de tuin van Paleis Het Loo (Cat. no. 37).
Dit type object is waarschijnlijk ontleend aan metalen exemplaren, net als de modellen van Delftse tafelkandelaars [LINK]. Er zijn geen voorbeelden in metaal bekend met een arm in de vorm van een sirene. Wel worden bij armen van luchters en appliques in de inventaris van Lodewijk XIV dergelijke halffiguren van vrouwen beschreven (voor referenties zie Erkelens 1996, cat.nr. 34, voetnoot 1).
Wandarmen van Delfts aardewerk zijn zeldzamer dan tafelkandelaars. Er zijn drie aanduidingen dat Koningin Mary II Delftse wandarmen bezat. Ten eerste komen vier arremkandelaars voor in het porseleinkabinet gewijd aan Mary van Kasteel Rosendael. Ten tweede worden in augustus 1691 in de Water Gallery bij Hampton Court twee constructies gemaakt om a Sconce of China op te hangen. In de derde plaats worden in de inventaris van Kensington Palace in 1697 In the Garden Room seven delfes waire sconces genoemd. In de Nederlandse inventarissen van Willem III en Mary II worden zij niet vermeld.
Wandplaten met armen van keramiek zijn uiterst zeldzaam. Een paar wandappliques die behoren bij het servies met het wapen van koning Frederik I van Pruisen hebben een vergelijkbare opzet. De wandplaten zijn echter ovaal en de armen zijn niet opgebouwd uit sirenen. Zij zijn eveneens geheel, inclusief bobèche, van aardewerk. Bij andere Delftse appliques worden aardewerken wandplaten gecombineerd met koperen armen en kaarsehouders.
Verdere informatie over dit object is te lezen in:
Erkelens 1996
A.M.L.E. Erkelens, ‘Delffs porceleijn’ van koningin Mary II. Ceramiek op Het Loo uit de tijd van Willem III en Mary II/ Queen Mary’s ‘Delft porcelain’. Ceramics at Het Loo from the time of William and Mary, Zwolle/Apeldoorn (Paleis Het Loo) 1996, cat.nr. 34.
