De schenkkan met een bladvormig gewelfde tuit is achtzijdig gemodelleerd. Het hoge, getorste handvat is aan de bovenzijde tussen twee puntig gedraaide hoorntjes vastgezet. Op de tuit, hals en nodus zijn naar Kangxi voorbeeld (gestileerde) blad- en bloemmotieven aangebracht. De op het lichaam, in Overgangsstijl uitgevoerde voorstelling toont een doorlopend landschap met bomen dat is gestoffeerd met Chinese figuren.
Van dergelijke fraaie schenkkannen is een tweede exemplaar aan te wijzen dat in fragmenten werd aangetroffen bij Paleis Het Loo in de tuin van Mary II. (Erkelens 1996, 122-123, nr. 26) In Nederland was men al eerder in de zeventiende eeuw bekend met dit type schenkkannen, getuige een afbeelding in de uitgave Sinnepoppen uit 1614 van Roemer Visscher bij het embleem 'Elck wat wils'.