Kunstmuseum Den Haag

Kan

Delft, 1687-1701

De naar Europees voorbeeld gemodelleerde kan is uitgevoerd met een wijde, cilindervormige hals, een bolvormige buik en langgerekt oor. Dit model ontleent zijn vorm aan steengoed kannen uit Westerwald die in de tweede helft van de zeventiende eeuw in de Nederlanden bijzonder populair waren. Twee respectievelijk 1668 en 1674 gedateerde, faience kannen tonen aan dat dit type reeds vroeger in Delft vervaardigd werd dan het hier besproken exemplaar.

De bovenrand is gedecoreerd met een brede band van bloemen met blad- en krulmotieven. Hieronder zijn afwisselend lambrequins en het Franse puntornament aangebracht die met gestileerd bloem- en bladwerk zijn opgevuld. Naturalistisch weergegeven bloementoeven bedekken de buik en zijn tevens in combinatie met lambrequins toegepast aan de onderrand. Aan het fabrieksmerk van Adrianus Kocx is het getal 'no 7' toegevoegd, voor welke codering vooralsnog geen verklaring valt te geven.

De term lambrequin had oorspronkelijk betrekking op een horizontaal hangende, getande reep textiel die al of niet met kwasten als afsluiting bovenaan bij vensters of hemelbedden werd bevestigd. Het was voornamelijk Daniël Marot (1661-1752), de sinds circa
1685 in Nederland werkende Franse hofarchitect en ontwerper, die gestalte gaf aan dit motief. Het behoorde tot een bijzonder geliefd versieringselement in de Lodewijk XIV stijl en werd vanaf de jaren tachtig veelvuldig door de Delftse plateelbakkers als randversiering op faience toegepast. Daarbij moet worden aangetekend dat eveneens Oosterse beïnvloeding, zoals het hartvormig ruyimotief, zal hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van het op ceramiek toegepaste Europese lambrequinmotief. De ‘Franse punt’ is daar weer een afgeleide van. Deze term wordt ook gebruikt in bijvoorbeeld een boedelbeschijving uit 1688/1694 van het hof te Leeuwarden waarin een kabinetstel en twee kannen worden genoemd die met ‘Frans puyntwark’ zijn gedecoreerd.

Plateelbakkerij
Plateelbakkerij De Grieksche A, eigenaar Adrianus Kocx [1687-1701]
Productieplaats
Delft
Merk
merk op onderkant geschilderd in onderglazuur blauw. ; AK no 7 ; AK van Adrianus Kocx (1686-1701) plateelbakkerij De Grieksche A.
Merk
Datering
1687-1701
Materiaal/techniek
tinglazuuraardewerk (faience) beschilderd in kobaltblauw
Materiaal
tinglazuuraardewerk (faience) beschilderd in kobaltblauw
Afmetingen
hoogte 20,5 cm ; breedte 16,9 cm ; diepte 13,0 cm
Herkomst
1904 legaat Kunstmuseum Den Haag ; -1904 mr. A.H.H. van der Burgh
Literatuur
Cat. Den Haag 1905, p. 32, nr. 129
Cat. Den Haag 1917, p. 18, nr. 5, afb I
Cat.tent. Den Haag 1949, p. 76, nr. 221
Cat.tent. Sèvres 1954-1955, p. 17, nr. 42
Van Gelder 1955, pl. XL, afb. 6
Van Gelder, Jansen 1965, afb. 198
Van Aken-Fehmers 1999, I, p. 104, cat.nr. 14.
inventarisnummer
0400488
Creditline
Kunstmuseum Den Haag