Delfts aardewerk is zo geliefd dat de term ‘Delfts Blauw’ synoniem is geworden met blauw-wit aardewerk, of dat nu in Delft gemaakt is of niet.
Hoewel Delft marktleider is, zijn er in de zeventiende eeuw ook fabrieken in andere Nederlandse steden. Het aardewerk dat hier geproduceerd wordt lijkt in vorm en decoratie vaak erg op wat in Delft is gemaakt. Zo profiteren fabrieken in onder meer Rotterdam, Makkum en Amsterdam van het succes van Delfts aardewerk. Het aardewerk dat bij deze plateelbakkerijen is gemaakt, is dus wel antiek, maar geen ‘Delfts aardewerk’.
Fabrieken in Rotterdam, Makkum en Amsterdam profiteren van het Delftse succes
Ook buiten Nederland wordt aardewerk gemaakt in Delftse stijl. De techniek die in Delft gebruikt werd, was over heel Europa bekend. In Portugal, Frankrijk en Duitsland werden heel vergelijkbare producten gemaakt. In Engeland gebruikt men voor Engels tinglazuuraardewerk zelfs de term delftware. Met een hoofdletter verwijst het dan weer wel naar aardewerk uit Delft, maar ook hier is de naam is eerder een soortnaam geworden dan een verwijzing naar die stad.
Vervalsers
De concurrentie van elders geproduceerd aardewerk is een van de voornaamste redenen waarom Delftse plateelbakkerijen vanaf de tweede helft van de 17de eeuw merken aanbrengen op hun aardewerk. Hiermee is het te onderscheiden van producten die in andere steden en bij andere fabrieken zijn gemaakt. In het merkenoverzicht staan de belangrijkste Delftse fabrieksmerken.
Als Delfts aardewerk in de 19de eeuw onder verzamelaars steeds geliefder wordt, ontstaat een financiële prikkel om ook recenter gemaakt aardewerk te verkopen als antiek Delfts aardewerk. Onder meer in Noord-Frankrijk maken verschillende fabrieken aardewerk in oude Delftse stijl, soms zelfs voorzien van valse Delftse fabrieksmerken. De beroemdste van deze vervalsers zijn de fabrieken van Edmé Samson (Parijs) en Geo Martel (Dèsvres).
Fabrieken in Frankrijk geven hun aardewerk een vals Delfts merk
Bij Samson-stukken staat soms een S of X naast het gekopieerde Delftse merk, die in enkele gevallen later weer is weggepolijst om het stuk door te laten gaan voor ‘echt Delfts’. Andere stukken worden al bij het maken voorzien van alleen valse merken.
Inspiratiebron
In de 20ste eeuw bloeit de liefde voor Delfts aardewerk op en ontstaat een vraag naar nieuw blauw-wit aardewerk in Delftse stijl. Fabrieken kopiëren de traditionele Delftse decoratiepatronen. Dit zijn geen vervalsingen, want ze gebruiken over het algemeen een eigen fabrieksmerk. Hun producten zijn daarom goed te onderscheiden van antiek Delfts aardewerk.
De vermelding ‘Delft’ bij deze merken verwijst niet naar de productieplaats, maar naar de naam van het patroon of de serie en dus de inspiratiebron van de decoraties. Overigens heet aardewerk uit de Delftse fabrieken uit deze periode nog steeds Delfts aardewerk, maar het is modern Delfts aardewerk en niet antiek.
Keramiekfabrieken uit Maastricht maken porselein met ‘Delftse’ patronen
In Nederland maken verschillende plateelbakkerijen aardewerk in Delftse stijl. En de Maastrichtse keramiekfabrieken en Duitse porseleinfabrieken maken porselein met ‘Delftse’ patronen. In het merkenoverzicht staat ook een aantal van de meest voorkomende latere fabrieksmerken.
Zo worden ‘Delfts aardewerk’ en Delfts Blauw ook in Nederland vanaf 1850 meer een algemene soortnaam dan een precieze verwijzing naar echt Delfts aardewerk.