In de zeventiende eeuw groeit de Delftse aardewerkindustrie explosief: van acht bakkerijen in 1625 tot wel 33 in 1700. Iedere werkplaats kan wekelijks enkele duizenden stuks produceren.
Vanaf de achttiende eeuw verandert deze situatie en neemt het aantal werkplaatsen af. Aan het einde van de 19de eeuw leeft de industrie weer op. Deze nieuwe bloei wordt aangevoerd door De Porceleyne Fles, die sinds 1858 de enige overgebleven Delftse aardewerkfabriek was.
Tot de dag van vandaag wordt in Delft aardewerk gemaakt, al zijn de productietechnieken wel veranderd ten opzichte van de 17de en 18de eeuw. Hieronder zijn de bedrijfsgeschiedenissen van de 33 bekende fabrieken uit de 17de en 18de eeuw samengevat. Lees ook meer over onderzoek naar fabrieksmerken uit Delft.