Aan de westzijde van het Noordeinde verrees in 1661 plateelbakkerij de Roos. Uit een huurcontract van 1662 blijkt dat de huurder verplicht was de oven met gereedschappen te onderhouden en de beslommeringen rondom de aardewasserij te regelen. Daarbij werden materialen zoals gebakken en ongebakken aardewerk overgenomen tegen taxatieprijs.
Bij de brandinspectie van 1668 werd op de bakkerij één oven aangetroffen. Het bedrijf zou tijdens haar bestaan 17 keer van eigenaar wisselen en, op drie jaar na, tweehonderd jaar bestaan.