De Ham (1640-1726)

Frans Pouwelsz van Oosten kocht in 1639 een huis aan het Achterom. Hij opende een plateelbakkerij en ontleende de naam aan de brouwerij en mouterij die hier eerder gevestigd waren. Van Oosten verkocht het pand in 1653 aan meesterbakker Jacob Jacobs de Kerton, welke nog enkele huizen aankocht.

In 1675 verkocht De Kerton het bedrijf aan Dirk van der Kest. Vijfentwintig jaar later kwam de bakkerij in handen van Van der Kests schoondochter, Elisabeth de Vlugt. Met haar tweede echtgenoot, Adam Dideriksz van Bleiswijck, leidde zij De Ham tot 1726. Ze verkocht de plateelbakkerij in ditzelfde jaar aan Jan Frans Schoonjan en het bedrijf werd opgeheven.1

  • 1Hoekstra-Klein, deel 13: 117 en 128