De achterkant van het zonder standring uitgevoerde bord loopt een weinig rond en heeft een vlak middendeel. De voorkant toont een Chinoiserie voorstelling van een met veerachtige versieringen getooide vrouwelijke ruiter. Zij wordt begeleid door een drietal dienaren met in de hand een speer, een waaier en een zweep. De afbeelding is weergegeven op een roomwit fond en omgeven door bladeren en insecten. De randversiering bestaat uit een naar binnen gerichte, symmetrisch uitgevoerde band van servetwerk, afgewisseld door gestileerde bloem- en bladmotieven. De achterkant toont zes bloemtoefjes. De afbeelding van de vrouwelijke ruiter grijpt terug op Oosterse taferelen, waarvan meerdere voorbeelden bekend zijn. Mogelijk is deze scène geïnspireerd op een Chinese novelle of roman over een vrouw die een vrouwelijk leger te paard aanvoert.
Vergelijkbare, slechts in detail afwijkende borden en schotels zijn bekend die alle het AR merk dragen. Wellicht maakten zij als serie deel uit van serviesgoed.
De goudschilder Adriaan van Rijsselbergh werd in 1713 door De Grieksche A gecontracteerd om de goederen van een gouddecoratie te voorzien. Mogelijk verrichtte Van Rijsselbergh al eerder schilderwerkzaamheden voor De Grieksche A tijdens deze productieperiode van Kocx-van der Heul. Bovendien blijft het onzeker of hij ook na de verkoop in 1722 daar in dienst bleef en slechts voor deze bakkerij werk uitvoerde. De datering van zijn productieproces is vooralsnog vastgesteld vanaf 1701 tot aan zijn overlijden in 1735.