Op een gemarmerd cirkelvormig plateau is naast een boomstronk een manspersoon geplaatst. Hij is gekleed naar de Engelse mode, bestaande uit een effen (lakense) jas met smalle opslagen aan de mouwen en een liggende kraag. Deze praktische kleding raakte omstreeks 1765-1770 in de mode op het vasteland. De kniebroek reikt tot onder de knie. De heer draagt een vlakke pruik met een haarzakje. Met een hand houdt hij een mand met vruchten tegen zich aan; met de andere hand lijkt hij een van de vruchten aan te prijzen. Bij de Drie Posteleyne Astonne werden in deze periode van producent Van Hoorn ook beeldengroepjes gemaakt, zoals een minnend stel op een canapé waarbij eveneens een gemarmerde ondergrond is gebruik.
Een groot aantal soortgelijke beeldjes is in Delft vervaardigd, waarvan zowel andere gemerkte uit de Drie Posteleyne Astonne als ongemerkte exemplaren zijn aan te wijzen. Tot de laatste behoort een vergelijkbaar manspersoon die een stel vormt met een plastiek van een meisje met een mandje met vruchten op haar arm.
Oorspronkelijk zijn deze voorstellingen ontleend aan afbeeldingen van straatverkopers. Talloze prenten zijn bekend van bijvoorbeeld Franse straatventers die hun goederen te koop aanbieden. Meestal gaat de afbeelding vergezeld van een bijschrift dat tekst en uitleg geeft over de aangeboden goederen. De kooplui lijken met luide stem hun koopwaar aan te prijzen, vandaar dat zij in het geval van de Franse verkopers worden aangeduid met de term "Les cris de Paris". Zo toont een prent uit de eerste helft van de zeventiende eeuw onder andere een vrouwtje dat peren en pruimen aanprijst die zij in grote manden met zich meetorst. Op dezelfde prent is een meloenverkoper afgebeeld die bovendien, maar dan in een andere versie, is te zien op een prent uit de jaren veertig van de achttiende eeuw.