De achterkant van het zonder standring uitgevoerde bord heeft een vlak middendeel en een enigszins bolle wand. De buitenrand is bruin gekleurd, een veelvuldig toegepast stijlmotief dat ook in bijvoorbeeld bakkerij De Porceleyne Schotel werd uitgevoerd. Het decor bestaat zowel op het middenvlak als op de smalle rand uit een slingerend patroon van bladstengels die telkens in een bloem eindigen. De overgang tussen rand en middenvlak is onbeschilderd. Het centrum van de voorstelling wordt geaccentueerd door een bloemmedaillon waarbij weer een onbeschilderde band als afsluiting dient. De achterzijde is beurtelings gedecoreerd met een ster- en rondvormig figuurtje. Het laatste is een rudimentair overblijfsel van het in Kraakstijl uitgevoerde champignonmotief, een van de versieringsmotieven van het Wanli porselein.
Een gelijksoortig bloemdecor is toegepast op diverse voorwerpen die eveneens het CK merk dragen, zoals een bord en schaal met op de achterkant een beschildering van bloemtakjes. CK gemerkte, balustervormige vazen hebben eenzelfde versieringspatroon waarbij aan de onder- en bovenkant ook weer onbeschilderde banden deel uitmaken van het decoratieschema. Een soortgelijk bloempatroon werd in dezelfde periode onder meer toegepast door plateelbakkerij De Witte Ster, namelijk in de productieperiode van Cornelis Brouwer (1724-1738). De plateelschilder heeft dit type patroon ontleend aan decoratieschema’s van slingerende banen bloem- en bladwerk op Kangxi porselein als kaststellen en talloze deksel- en bekervazen.