Kunstmuseum Den Haag

Fopkan

Delft, circa 1730-1760

De met een bolvormige buik uitgevoerde fopkan heeft een voor dit type kan karakteristieke, opengewerkte hals. Hierin is sierlijk verlopend acanthusblad verwerkt. De holle bovenrand staat in verbinding met het eveneens holle oor, zodat bij het zuigen aan de tuit de vloeistof kan opstijgen, Op de buik zijn vier hartvormige medaillons opgevuld met twee paar bloemdecoraties. Een daarvan is het mandmotief dat veelvuldig in een patroon van rechthoekige vakken in de achttiende eeuw is afgebeeld op onder meer schotels, borden, grote terrines en scheerbekkens.

Van dit type fopkannen toont een aantal een jaartal, zoals een 1758 gedateerd exemplaar van het Gemeentemuseum Den Haag. Die datering is zoals wel meer gebeurde in de ajourrand verwerkt. Van de andere kannen loopt de datering van 1724 tot 1761. Het lastig te vervaardigen model van de fopkan zal vermoedelijk, mede vanwege het feit dat een groot aantal is gedateerd, op bestelling zijn gemaakt. Deze veronderstelling lijkt des te waarschijnlijker, omdat in boedellijsten van plateelbakkerijen nauwelijks of niet zulke kannen tot de winkelvoorraad behoorden. Een enkele maal is er sprake van een ‘suijgkan’, waarmee men wellicht een dergelijke fopkan bedoelde. De groen gemarmerde ruimte tussen de medaillons suggereert een groen fond. Daarin zijn een zwarte belijning en bloemornamenten weergegeven. Een dergelijk decoratiepatroon is ontleend aan het Kangxi porselein waarvan het “famille verte” soms een groene met bloesems versierde, zogenoemde crackled-ice ondergrond vertoont.

Het hartvormige medaillon is een in de achttiende eeuw veelvuldig gebruikt stijlmotief. De Delftse ‘porceleijn’-bakkers pasten dit patroon onder andere toe op kannen, schaaltjes, borden, schotel, een strooibus, een terrine, trekpotjes, kommen, sauskommen en een flesvormig vaasje. De hartvorm zal zijn afgeleid van onder meer schelpvormige cartouches die in combinatie met een groen gespikkeld fond worden aangetroffen op het eerder genoemde ‘famille verte’ porselein. Evenals het vakpatroon met het manddecor betrof het met bloemen opgevulde hartenpatroon blijkbaar een veelgevraagd ornament. De verscheidenheid in fabrieksmerken bewijst dat door een groot aantal bakkerijen Delfts met een dergelijk decor op de markt werd gebracht.

Productieplaats
Delft
Merk
merk op onderkant ; D 7 (?) ; onbekend
Merk
Datering
circa 1730-1760
Materiaal/techniek
tinglazuuraardewerk (faience) veelkleurig beschilderd in blauw, geel, groen, mangaan en roodbruin
Materiaal
tinglazuuraardewerk (faience) veelkleurig beschilderd in blauw, geel, groen, mangaan en roodbruin
Afmetingen
hoogte 20,8 cm ; breedte 17,1 cm ; diepte 13,6 cm
Herkomst
1904 legaat Kunstmuseum Den Haag ; -1904 collectie mr. A.H.H. van der Burgh
Literatuur
Cat. Den Haag 1905, 8, nr. 10
Cat. Den Haag 1917, 74-75, nr. 239
De Jonge 1965, 189, afb. 105
De Jonge 1969, 76, afb. 73
Lunsingh Scheurleer 1984, 230, afb. 132
Van Aken-Fehmers 2001, II, cat.nr. 115
inventarisnummer
0400733
Creditline
Kunstmuseum Den Haag