Dubbel conische zogenaamde lollepot met smalle conische voet en smalle, concave halsrand met hengsel. Blauw met donkerblauwe trek op wit fond. Decor: aan de ene zijde een vrouw, en profil, op een stoel met een lollepot in haar handen. Voor haar een kat die een muis vangt en een zittende hond. Erboven: 'peet Truij'. Langs de hals- en voetrand rankornament. Het hengsel is blauw gestippeld.
Op een oud etiket aan de onderzijde is geschreven (waarschijnlijk door baron Van Verschuer): 'Lolle of Ommepot / gevuld met "ommen", dat / zijn kleine gloeijende / stukjes houtskool, onder / de kapmantels, als handen / warmer in de kerk gebruikt / David vd Kellen / blad 293. Een lollepot was een vuurpot die vrouwen vroeger gebruikten om hun benen en onderlichaam te verwarmen. De vrouw plaatste de pot onder haar rok, zodat de warmte goed behouden bleef. In diverse liedjes en gedichten heeft de lollepot ook een seksuele betekenis. Ook is lollepot een bargoens woord voor lesbienne. Hier komt ook het woord 'pot' vandaan (http://nl.wikipedia.org/wiki/Lollepot).
