Museum Prinsenhof Delft

bloemhouder

Delft, circa 1700 - 1726

Het rechthoekige model van de zogenoemde 'flower brick' vertoont een decor in de niet alledaagse kleur paars. Een lange en de twee korte zijden zijn beschilderd met een heuvelachtig landschap dat is gestoffeerd met een aantal personages. De andere lange zijde vertoont evenals de bovenkant een sierlijk ornament van krullend acanthusblad. Het decor op de bovenkant wordt onderbroken door een aantal rijen gaatjes. Het landschappelijke decor is nagenoeg identiek aan een wand van het in dat geval blauw gekleurde decor op een tweetal flower bricks in de collectie van het Rijksmuseum Amsterdam. Dit stel is AK gemerkt en afkomstig uit plateelbakkerij De Grieksche A. Ongetwijfeld beschikte men bij Het Jonge Moriaanshooft over eenzelfde voorbeeld als De Grieksche A of maakte men van hetzelfde ponsief gebruik. Daarnaast kennen we een flower brick uit de Grieksche A met een gestileerd bloemdecor. Bij het vermaarde bedrijf Het Moriaanshooft werd reeds ver voor de in 1692 uitgevoerde splitsing van het bedrijf in Het Oude en Jonge Moriaanshooft geexperimenteerd met de toepassing van kleuren. Bekend is dat eigenaar Van Dalen van Het Jonge Moriaanshooft niet alledaags Delfts op de markt bracht, zoals de met olijfgroene ondergrond uitgevoerde theepotjes illustreren. Mogelijk was deze in paars beschilderde flower brick eveneens een nouveaute van deze plateelbakkerij. De tot op heden oudst bekende verhandeling (1679) met de receptuur van de Hollandse 'porceleynschilders' die is samengesteld door de Duitse wetenschapper Johann Kunckel (1632/34-1703) geeft een tweetal recepten om de kleuren 'Violen=blaue' en 'Violet' te verkrijgen. Het weergegeven decor past in de traditie van de landschapjes van de Delftse kunst- en plateelschilder Frederik van Frytom (circa 1632-1702) waarvan vele navolgingen bekend zijn. Het model van de bloemenhouders met gaatjes zal zijn voortgekomen uit de al voor 1687 vervaardigde Delftse bloemenmanden met een vast rooster met gaatjes als hulpmiddel bij het schikken van bloemen. In een latere periode worden gaatjes gecombineerd met een of meer tuiten die zijn aangebracht op een deksel van een komchtige vorm. Zo kan het object naast bloemenvaas ook als pot-pourri worden gebruikt. In Engeland wordt het model van de flower brick wel in verband gebracht met keramische inkstellen die eveneens met tal van gaatjes voor het schrijfgerei waren uitgerust. Tot ver in de achttiende eeuw werd dit type bloemenhouders door Engelse aardewerkproducenten op de martkt gebracht. Bron: deel IV, Vazen met tuiten

Plateelbakkerij
onbekend
Productieplaats
Delft
Merk
LVD (met punt, onderkant)
Datering
circa 1700 - 1726
Materiaal/techniek
tinglazuuraardewerk, tinglazuur, loodglazuur, grootvuurtechniek
Materiaal
faience, tinglazuur, loodglazuur (kwaart), grootvuurtechniek, monochroom (mangaan)
inventarisnummer
PDA 121