De ronde doos met deksel is op de zijwand versierd met een doorlopende decoratie die betrekking heeft op het verwerken van tabaksbladeren. Het blad wordt geplukt en gedroogd en de arbeiders staan bij een tafel de bladeren te sorteren, alles onder het toeziend oog van een rokende Westerling. Aan de boven- en onderzijde is een gestileerd blad- en zigzagrand aangebracht. De deksel toont een voorstelling van een op een terras zittend manspersoon die bij een tafeltje met drinkgerei zijn pijp rookt. Naast hem op de grond staan een asbak en kwispedoor, afgezien van tabak de belangrijkste benodigdheden voor het roken dat na het midden van de zeventiende eeuw een algemeen aanvaard verschijnsel was. De voorstelling is omrand door lambrequinmotieven en gestileerd bloem- en rankwerk.
Dit type doos werd wellicht gebruikt om tabak in te bewaren. Voorbeelden van een vierkant gevormde tabakdoos zijn uitgevoerd met een binnendeksel. Mogelijk heeft dit ronde model eveneens een binnendeksel gehad.