De ronde terrine met een geschulpte rand heeft een deksel waarop een zittende vrouwspersoon is gemodelleerd. Zij leunt met haar linkerarm op een bijbel, die op een soort voetstuk ligt waarop het opschrift is weergegeven. Over het CB merk bestaat vooralsnog geen duidelijkheid.
Het object is in verband te brengen met andere Oranjegezinde voorstellingen en ontstaan ten gevolge van de strijd tussen prins- en staatsgezinden. Het gaat hier om een voorstelling die teruggrijpt op de veelvuldig overgenomen afbeelding op een munt uit 1680, die in omloop bleef tot aan het einde van de achttiende eeuw. Daarop is de Hollandse Maagd afgebeeld met haar linker arm rustend op een bijbel die op een vrijheidsaltaar ligt. In haar rechterhand houdt zij op een speer de vrijheidshoed omhoog. De Hollandse Maagd van de terrine heeft echter de vrijheidshoed op haar hoofd. In haar uitgestoken rechterhand hield zij mogelijk een speer vast. Bij deze terrine behoort een tweede exemplaar met eveneens een Oranje-voorstelling. Op de deksel is een liggende leeuw bij een Oranjeboom gemodelleerd met een pijlenbundel en zwaard (OCE-1904-0250).
Gelet op de voorstelling van de Hollandse Maagd en Leeuw (OCE-1904-0250) kunnen beide objecten gerekend worden tot de gevarieerde Delftse Oranje-keramiek. Vooralsnog is dit fabrieksmerk niet toe te schijven aan een bepaalde plateelbakkerij. Hetzelfde CB merk met een 7 (?) komt voor op een 1765 gedateerde plastiek van een vrouwspersoon met een peper- en zoutvat. Behalve dat dit merk op diverse andere stukken is aan te wijzen, is het opgenomen in het merkenboek van Delfts aardewerk van bijvoorbeeld Delenne. Daarin wordt dit merk toegeschreven aan een zekere Cornelis van den Berg, die in 1725 eigenaar van De Witte Ster zou zijn. Inderdaad was een Cornelis van den Berg verbonden aan De Witte Ster, maar hij werd niet eerden dan in 1793 eigenaar van die bakkerij.
