Het achtkantig uitgevoerde kannetje heeft een ronde, niet goed passende stop. De lange schenktuit is door middel van een S-voluut met de hals verbonden. De letter O op de hals geeft aan dat dit voorwerp was bedoeld als oliekannetje. De decoratie op de buik bestaat uit een landschap met een aantal lieden, waaronder muzikanten. De tuit en het oor zijn evenals de stop gedecoreerd met gestileerd, krullend blad- en bloemwerk. Op de hals dragen twee putti een bloemenkrans, een ornament dat evenals het landschapje wat betreft stijl is ontleend aan vroeg achttiende-eeuwse Delftse decoraties. Ook het model is geïnspireerd op vormen van olie- en azijnkannetjes die omstreeks 1700 onder meer door bakkerij De Grieksche A op de markt werden gebracht.
De uitvoering van het kannetje en de stop geven aan dat het, hoewel het een vroeg achttiende-eeuws model en decor betreft, gaat om een negentiende-eeuwse navolging. Het kannetje is dan ook vervaardigd in de laatste productieperiode van bakkerij De Klaauw, te weten van 1806-1840.