De als borstbeeld gemodelleerde bloemenhouders zijn op de schouders en het hoofd uitgerust met een zevental gaten zodat het object als vaas kan worden gebruikt. Deze borstbeelden met een plat afgewerkte achterkant behoren tot de categorie plastieken van oriëntaalse lieden met een tulband op het hoofd, Chinezen met een lange staart en moren (zie Delfts aardewerk 2007, Deel IV, cat.nrs. 9.03-9.07),
Gelet op de gemerkte borstbeelden, werd dit type vaas in twee fabrieken gemaakt: De Grieksche A ten tijde van vader Adrianus en zoon Pieter Kocx, en De Metaale Pot onder Lambertus van Eenhoorn. Bij beide plateelbakkerijen kunnen de voorwerpen door Guillaume Nieullet zijn gemodelleerd. Deze 'beeldsnijder', die later theepottenmaker wordt genoemd, was vanaf 1691 werkzaam bij De Metaale Pot, maar woonde reeds vanaf 1686 in Delft. Hoogstwaarschijnlijk heeft Nieullet aanvankelijk als modelleur voor De Grieksche A gewerkt. Gelet op een SVE gemerkt borstbeeld van Mary II met een vergelijkbaar voetstuk was hij eerst in dienst van de weduwe van eigenaar Samuel van Eenhoorn en daarna bij de opvolger Adrianus Kocx.
Deze exotisch aandoende objecten zijn een uitvloeisel van de toenmalige fascinatie voor uitheemse culturen, een belangstelling die werd gevoed door onder meer gepubliceerde reisverslagen naar verre, onbekende oorden. Een illustratief tijdsbeeld roept de boedelbeschrijving op van een beschildernig in Mary's koninginnenkabinet op de buitenplaats Rosendael bij Dieren. Hier was sprake van 'een Turk, een Indiaanse Knaap, een Heydinne en uitheimsch gevogelt en geboomt'. De idee om de hoofden met bloemen of zelfs veren te tooien, zal ongetwijfeld zijn ingegeven door de zucht naar het uitheemse.
Verdere informatie over dit object is te lezen in:
Erkelens 1996
A.M.L.E. Erkelens, ‘Delffs porceleijn’ van koningin Mary II. Ceramiek op Het Loo uit de tijd van Willem III en Mary II/ Queen Mary’s ‘Delft porcelain’. Ceramics at Het Loo from the time of William and Mary, Zwolle/Apeldoorn (Paleis Het Loo) 1996, cat.nr. 12.
