Eivormige pot met smalle cilindrische hals en voet, twee staande oren en wijd klokvormig invallend deksel met uivormige knop. Blauw met donkerblauwe trek op wit fond. Aan een kant gekroond oranjewapen met lint van de orde van de Kousenband van stadhouder prins Willem III. Daarboven de tekst: 'Ick leise schipper trou / die staet hier met sijn vrou / proncke met prinse wape'. Daaronder: 'oranie ick bemin / die staet int hardt met sin / Avoe sante en wilt niet slape / 1675'. Het wapen wordt links vastgehouden door een mannenfiguur met eronder: 'P.I.K.B'. (Pieter Jacobsz. Kabouter) en rechts door een staande vrouwenfiguur met eronder: 'T.I.D.K' (Catharina (Trijn) Janszdr. de Klerck). Aan de andere kant van de pot het wapen van Leiden in een cartouche met links 'LEI' en rechts: 'DEN'. Om hals een smalle rand met blokjes. Strepen langs de oren. Op knop en deksel een stermotief. Langs dekselrand een rand met kantelen.
Er zijn meerdere stukken Delfts aardewerk bewaard gebleven met een portret of wapen van prins Willem III met het jaartal 1675. Prins Willem III werd in het rampjaar 1672 benoemd tot stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht, in 1675 gevolgd door Gelre, Zutphen en Overijssel. Aanhangers van de prins, de orangisten, vonden dit een gedenkwaardige gebeurtenis die zij lieten vast te leggen op borden, kannen en andere gerei, vaak met spreuken die verhalen over de gebeurtenissen én hun eigen naam. In dit geval gaat het om de Leidse schipper Pieter Jacobsz. Kabouter en zijn vrouw Trijn Janszdr. de Klerck. Bijzonder is dat zij niet alleen hun initialen lieten aanbrengen op de pot, maar zich ook nog eens ten voeten uit lieten afbeelden. De pot is hoogstwaarschijnlijk in gebruik geweest voor het bewaren van snuiftabak.
