kandelaar

Eén van twee kandelaars in de vorm van een staande putto, leunend tegen een boomstronk, een achthoekig, gewelfd voetstuk mat bladornament en afhangende kwasten in reliëf, naast putto een gans, druiventros en vruchtenmand, in de rechterhand een bokaal waaruit hij drinkt, op de linkerschouder een vis die een kaarsenhouder in de bek draagt, op het hoofd druiventrossen. Mangaan, blauw, groen, geel, bruin en rood op wit fond.