Op een vierkant, verhoogde ondergrond met afgeplatte hoeken is een voor die tijd nonchalant gekleed manspersoon geplaatst. gelet op onder meer de rode manchetten is het kostuum, dat verwijst naar het landelijke leven door de producent met de nodige fantasie weergegeven. De man houdt een korenschoof vast, ongetwijfeld verwijzend naar de zomer. Diverse uitvoeringen van de personificatie van de zomer zijn bekend, zoals een vergelijkbaar beeldje uit plateelbakkerij De Twee Scheepjes. Daarvan is echter de ondergrond plat en rond van vorm. Wellicht betrof het hier een onderling uitwisselbare vorm. Dergelijke plastiekjes werden tevens in een witte, ongedecoreerde uitvoering gemaakt, zoals een beeldje van een vrouwtje met korenschoof. Uit bakkerij De Porceleyne Schotel en De Vergulde Blompot zijn series van de vier jaargetijden bekend die worden voorgesteld door naakte kindertjes. Daarbij is het lentekind getooid met bloemen, de herfst toont een druiventros en de winter omarmt een stoofje.
Traditiegetrouw wordt de personificatie van de zomer afgebeeld met als attribuut een korenschoof of vruchten. De lente heeft veelal als attribuut bloemen en de herfst wordt aangeduid met een tros druiven. De personificatie van de winter is doorgaans dik gekleed ter bescherming tegen de kou of warmt zich bij een vuurtje.
De vier jaargetijden sprak tot ieders verbeelding. In de "Eeuwigduurende Liefdes Almanak" uit 1721 wordt de personificatie van elk jaargetij een eigenschap toegedicht. De krachtige Lente verbeeldt de 'volvaerdigheit', de Zomer staat voor de 'rype overweeging' en de Herfst voor 'kwaat overleg'. De Winter tenslotte doe de mens klagen; tevergeefs tracht de oude man zich te warmen aan het 'Minnevuur'.