Het gebruik van glazuur met het element tin is een van de belangrijkste kenmerken van Delfts aardewerk. Door het hele voorwerp te bedekken met dit glazuur, dat wit kleurt na het bakken, kunnen de Delftse bakkers Chinees porselein zo dicht mogelijk benaderen. De techniek kijken ze af van pottenbakkers die Antwerpen hebben verlaten na de inval van de Spanjaarden. Maar daarvoor heeft deze al een lange weg door Europa afgelegd.
Van het Midden-Oosten naar Spanje
Tinglazuur is waarschijnlijk voor het eerst toegepast in de negende eeuw, in het Midden-Oosten (hoofdafbeelding).1 Spanjaarden nemen de techniek over van Moorse pottenbakkers die zich tijden de islamitische heerschappij in Spanje vestigen. Vanaf circa 1250 wordt dit aardewerk geëxporteerd naar Italië. De handel loopt via het eiland Mallorca, en zo krijgt het de naam maiolica. Rond 1550 is de Italiaan Cipriano Piccolpasso de eerste die de toepassing van tinglazuur beschrijft.
Op zoek naar nieuwe vestigingsplaatsen trekken Italiaanse pottenbakkers naar noordelijk gelegen steden als Nevers en Antwerpen. De Antwerpenaren maken vooral platgoed – borden, schotels etc – voor dagelijks gebruik. Die zijn aan de achterkant bedekt met het goedkopere, maar giftige en doorzichtige loodglazuur . Op de voorkant komt wel het dekkende witte tinglazuur, vaak gedecoreerd met majolica-kleuren als blauw, geel, groen, mangaan en oranje-rood.
De handel loopt via het eiland Mallorca, en zo krijgt dit aardewerk de naam maiolica
Dit aardewerk krijgt de naam majolica , met een j in plaats van een i. Majolica-aardewerk is vrij dik, en heeft afdrukken van proenen, pinnen die in de oven tussen de voorwerpen worden gestoken om te zorgen dat ze niet aan elkaar bakken.
Uitdaging
Na de val van Antwerpen in 1585 emigreren veel majolicabakkers naar Delft, Gouda, Haarlem en Rotterdam. Met name in Haarlem bloeit de techniek, maar eind van de zestiende eeuw vestigen zich ook enkele majolica-producenten in Delft. Nederlandse majolica wordt vanaf de zeventiende eeuw ook wel plateel genoemd. Behalve op de productie van majolica leggen deze bakkers zich in de Noordelijke Nederlanden toe op de fabricage van verfijnder tinglazuuraardewerk.
De majolica-bakkers produceren gebruiksgoed voor brede lagen van de bevolking, terwijl de kopers van het oosterse porselein behoren tot welgestelden. Het is dan ook niet aannemelijk dat het goedkopere majolica door de porseleinhandel van de VOC in zijn bestaan wordt bedreigd. Veel meer dan een bedreiging vormt porselein voor hen juist een uitdaging om een gelijksoortig product op de markt te brengen.
Delfts porceleyn
Door de toepassing van technische verbeteringen in het productieproces weten de Delftse majolicabakkers de stap te zetten naar een verfijnder, luxueuzer uitgevoerd aardewerk, dat 'Hollants' en in Delft doorgaans 'Delfts porceleyn' genoemd wordt. Ter onderscheiding van majolica spreken we tegenwoordig van faience . (De nu internationaal gangbare benaming faience voert terug op de stad Faenza, vanaf 1540 een belangrijk centrum voor de productie van aardewerk met tinglazuur.)
Delftse faience is in navolging van porselein aan beide zijden bedekt met wit tinglazuur. Omdat het relatief dun is, met een op Chinees porselein geïnspireerde blauw-op-wit decoratie, is Delfts aardewerk een aantrekkelijk en voordelig alternatief voor echt porselein.
- 1[https://www.metmuseum.org/art/collection/search/451701?&searchField=All… omschrijving van een 9de-eeuws kommetje uit Irak van het Metropolitan Museum of Art] geeft aan dat aardewerk met tinglazuur oorspronkelijk mogelijk in navolging van Chinees steengoed gemaakt is.
Reactie toevoegen
Alleen ingelogde gebruikers kunnen reacties plaatsen
Login of registreer om te reageren